warmtepomp verplichting vanaf 2026 gevolgen voor woningeigenaren en installatiebranche

Warmtepomp-verplichting vanaf 2026: gevolgen voor woningeigenaren en installatiebranche

Vanaf 2026 zullen eigenaren van bepaalde woningtypes verplicht zijn om een warmtepomp aan te schaffen als hun cv-ketel vervangen moet worden. Minister De Jonge voor Volkshuisvesting heeft dit onlangs bekendgemaakt in een Kamerbrief. In dit artikel bespreken we welke woningen onder deze verplichting vallen en wat de gevolgen zijn voor zowel woningeigenaren als de installatiebranche.

Deze woningen vallen (niet) onder de verplichting

De warmtepomp-verplichting geldt voor vrijstaande woningen, twee-onder-een-kapwoningen en rijtjeshuizen. Appartementen, monumenten en woningen die binnenkort op een warmtenet worden aangesloten, zijn uitgezonderd van deze verplichting. Minister De Jonge wil met deze regel duidelijkheid bieden aan zowel woningeigenaren als aan de installatiebranche, aangezien de regel al over drie jaar van kracht wordt.

Terugverdientijd en subsidieregelingen

De minister vindt het belangrijk dat de terugverdientijd voor een warmtepomp onder de zeven jaar blijft, net zoals bij het aanschaffen van zonnepanelen. Uit eerder onderzoek is gebleken dat mensen deze termijn acceptabel vinden voor zo’n investering. Hoe hoger de energieprijzen zijn, hoe sneller men hun investering kan terugverdienen.

Woningeigenaren, instellingen en kleine bedrijven kunnen gebruikmaken van subsidieregelingen die 30 procent van de gemiddelde investeringskosten dekken. Met deze hulp wordt verwacht dat de meeste huizen in Nederland hun warmtepomp binnen tien jaar kunnen terugverdienen. Voor dit doel is tot en met 2030 een budget van 900 miljoen euro gereserveerd.

Uitzonderingen en ondersteuning voor lage inkomens

Woningen waarbij de terugverdientijd langer is dan tien jaar, bijvoorbeeld als er veel verbouwd moet worden om een warmtepomp mogelijk te maken, zijn uitgezonderd van de verplichting. Lage inkomens kunnen daarnaast een beroep doen op het Nationaal Warmtefonds (NWF), waar zij een lening met 0 procent rente kunnen afsluiten.

Afhankelijkheid van huurbaas

Huurders kunnen niet zelf een warmtepomp regelen. Appartementen vallen sowieso al buiten de verplichting, omdat daar vaak niet genoeg ruimte is voor dergelijke apparaten. Bij grondgebonden woningen, zoals rijtjeshuizen of twee-onder-een-kapwoningen, ligt de verplichting bij de eigenaar – oftewel, de huurbaas. Na installatie van een warmtepomp mag deze echter wel de huur verhogen vanwege woonverbetering en lagere energiekosten.

Monumenten en geluidsnormering

Monumentale panden zijn ook uitgezonderd van deze verplichting, aangezien zij speciale vergunningen nodig hebben voor woningaanpassingen. Onderzoekster Katja Kruit van milieuonderzoeksbureau CE Delft benadrukt echter dat er nog vragen zijn omtrent de geluidsnormering van warmtepompen en hoe streng deze eisen worden gemonitord en gehandhaafd.

Installatiebranche bereidt zich voor

De installatiebranche is al druk bezig met de voorbereidingen op 2026. Brancheclub Techniek Nederland verwacht dat het haalbaar is om aan de vraag te voldoen. Fabrikanten investeren in een forse opschaling, en binnenkort zullen er drie extra productielocaties in Nederland zijn. In het eerste kwartaal van dit jaar werden er al 42.000 warmtepompen verkocht, vergeleken met 22.000 in hetzelfde kwartaal vorig jaar.

Conclusie

Bron: https://nos.nl/l/2473495

Similar Posts

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *